Skip to main content
Shop & Beleef Hoeksche Waard | Goudswaard
Shop & Beleef Hoeksche Waard | Goudswaard afb.03

Goudswaard: Ook bekend als De Korendijk

Goudswaard heeft een rijke geschiedenis.

Goudswaard is een historisch voorstraatdorp dat teruggaat tot 1439, ontstaan gelijktijdig met de bedijking van de polder Oud Korendijk. Het dorp heeft een rijke geschiedenis en de meeste winkels en voorzieningen waren traditioneel geconcentreerd rond de Dorpsstraat. Tegenwoordig is er nog slechts een supermarkt, wat de eenvoudige maar authentieke charme van Goudswaard benadrukt. Ondanks de beperkte voorzieningen blijft dit dorp een plaats vol karakter en historische waarde.


Geschiedenis

Goudswaard, ook wel bekend als De Korendijk, wordt al in 1246 onder de naam “Corendic” genoemd in historische documenten, hoewel het gebied later opnieuw onder water kwam te staan. Het dorp ligt aan het Sandee, een afgedamde kreek die in verbinding staat met het Spui. Goudswaard is een voorstraatdorp dat in 1439 werd gesticht, gelijktijdig met de bedijking van de polder Oud Korendijk. Tot 1984 was Goudswaard een zelfstandige gemeente, maar fuseerde toen met Nieuw-Beijerland, Zuid-Beijerland en Piershil tot de gemeente Korendijk. In 2019 ging deze gemeente op in de gemeente Hoeksche Waard.

Op 15 april 1439 verleende Jacob van Gaasbeek, heer van Putten en Strijen, verschillende personen (Jan Robijn, Daniël van Cralingen en Cornelis van Almonde) de bevoegdheid om een nieuw korenland te bedijken. Dit gebied bestond uit de ‘uitlanden’; Coorndijck, Coewaert, Gouwaert, Iemandtsgorssen, Huge Claesz. gorssen en Stollaersdijck. Dit jaar wordt beschouwd als het ontstaansjaar van Goudswaard. De gorzen, die in 1439 onder de naam Oude-Koorndijkse polder werden bedijkt, overstroomden kort daarna weer en moesten in 1456 en 1471 opnieuw worden bedijkt. In 1456 werden ook enkele andere gorzen, onder de naam Oude Nieuwland, ingepolderd. Later werden er buitenpolders aangedijkt ten zuiden en ten noorden van de grote polder, zoals de Molenpolder, de Noordpolder, de Oostpolder, de Eendragtspolder en de Leenheerenpolder. Kort na de bedijking werden in het noordwesten van de Koorndijksche polder huizen gebouwd. In 1670 werden enkele woningen door brand verwoest, maar ze werden allemaal herbouwd. In 1681 werd een groot deel van het dorp aan de westkant door brand verwoest, maar ook dit werd grotendeels hersteld. Echter, het water vormde regelmatig een bedreiging voor het dorp.

De gemeente Goudswaard, een ambachtsheerlijkheid, werd op 11 augustus 1731 door de Staten van Holland en West-Friesland verkocht aan mr. Johan van der Heim, burgemeester van Schiedam, baljuw van Vlaardingen en Vlaardingerambacht, hoofdingeland van Delfsland, en hoogheemraad van Schieland. Na vanaf 1760 in handen te zijn geweest van Lodewijk Rosmolen, werd in 1793 Jan van Driel van Goudswaard, oud-schout van Oud-Beijerland, de nieuwe ambachtsheer. In 1849 volgde Lodewijk van Driel van Goudswaard hem op. In de 19e eeuw en een groot deel van de 20e eeuw bestond de gemeente uit de volgende polders: de Oude Korendijksche polder, de Nieuwe Korendijksche polder, de Oostpolder, de Leenheerenpolder, de Molenpolder, de Noordpolder, ‘s-Lands bekade Gorzen en de Vlastiendegorzen, evenals delen van de Eendragtspolder en van de plaat de Tiengemeten.