Skip to main content

Mijns­heerenland: een divers winkelaanbod 

Shop & Beleef Hoeksche Waard | Mijnsheerenland
Shop & Beleef Hoeksche Waard | Mijnsheerenland afb.03

Een divers winkelaanbod dat zowel lokale bewoners als bezoekers uit de omgeving aanspreekt.

Dit grotere en veelzijdigere dorp biedt een divers winkelaanbod dat zowel lokale bewoners als bezoekers uit de omgeving aanspreekt. Met een groot restaurant, een unieke woonwinkel en een boerderijwinkel waar je zelf appels kunt plukken, is er voor ieder wat wils. Of je nu komt voor een gezellig diner, om je huis in te richten, of om vers fruit te oogsten, Mijnsheerenland heeft het allemaal.


Geschiedenis

In 1438 kocht Lodewijk van Praet, ambachtsheer, de onbedijkte gebieden die toen bekend stonden als ‘Scobbe’ en ‘Everocken’. Hij liet een ringdijk aanleggen, die in 1440 voltooid was, en gaf de nieuwe polder de naam ’s Heerenland van Moerkerken. Lodewijk, die ook heer van Moerkerken was, een plaatsje nabij Brugge in België, liet er zeven huizen bouwen voor de heemraden. Deze huizen vormden de dorpskom, en het dorp werd daarom Zevenhuizen genoemd. Waar dorpen vaak ontstaan op een dijk en aan een kreek, die een natuurlijke haven bood, vormt Mijnsheerenland hierop een uitzondering omdat het als buitenplaats met landgoederen ontstond.

Het gebied moet vanaf het jaar 0 een soort Biesbosch zijn geweest, met veel water en eb en vloed. De hoofdwaterstromen liepen van oost naar west en werden aangeduid als de Vliet. Deze stroom liep vanaf Westmaas naar het noorden en werd bij Claeswael zo genoemd, terwijl het ter hoogte van de Smidsweg als Group werd aangeduid. Uit vondsten van leden van de Stichting Archeologie Hoeksche Waard blijkt dat er bewoning is geweest op hoger gelegen gedeelten. De Binnenmaas was destijds onderdeel van een stromende rivier, de Mase. De oevers van deze rivier waren al 4000 jaar bewoond. In de late Middeleeuwen werd een stuk Maasarm afgedamd, en de stroomgeulen buiten de dammen slibden geleidelijk dicht, waardoor de Binnenmaas ontstond.

Naast de oude dorpskern van Zevenhuizen ligt de middeleeuwse buitenplaats het Hof van Moerkerken. Dit hof werd waarschijnlijk omstreeks 1445 gebouwd door Vranck van Praet. Met het overlijden van de weduwe van Vranck van Praet in 1514 kwam het hof in andere handen. Rond 1600 werd het hof omschreven als een “tamelick” herenhuis. In 1663 brandde het toenmalige huis af, en in 1664 werd begonnen met de bouw van het huidige gebouw. Rond 1796 volgde een grondige verbouwing die het landhuis zijn huidige uiterlijk gaf.

In 1894 werd een aannemer eigenaar van het Hof van Moerkerken. De bomen werden gerooid, en het landgoed stond jaren leeg met de intentie het te slopen. In 1902 werd de grootvader van Mr. Pieter van Vollenhoven de nieuwe eigenaar. De familie Hintzen gebruikte het Hof tussen 1925 en 1950 als een buitenverblijf en verbleef er alleen in de zomer. In 1939 bood het Hof onderdak aan een groep Joodse kinderen die werdopgeleid om in Palestina te gaan leven. Zij werkten in de druivenkas en de zogenaamde koude bak waarin groenten en kruiden werden geteeld. Toen de dreiging van de Tweede Wereldoorlog ook de Hoeksche Waard bereikte, werden zij allen tijdig geëvacueerd. Een maquette in de ommuurde tuin herinnert nog aan hun verblijf. Na de oorlog werd het Hof ingericht als herstellingsoord voor tuberculosepatiënten.

Het Hof van Moerkerken was de residentie van de ambachtsheer. Enkele bekende personen hebben er gewoond, waaronder de schrijver Frederik van Eeden. Zijn roman Van de koele meren des doods is daar geschreven en deels verfilmd. Het Hof is nog steeds bewoond en daarom niet toegankelijk voor het publiek.